Heb je last van terugkerende nachtmerries? Ontdek wat er in je brein gebeurt tijdens de REM-slaap, hoe je het verschil herkent met nachtangst, welke triggers (zoals stress, slaaptekort, alcohol en medicatie) meespelen en wanneer het tijd is om hulp te zoeken. Je krijgt direct toepasbare tips om de cirkel te doorbreken-van een kalme nachtroutine en betere slaaphygiëne tot bewezen technieken zoals Imagery Rehearsal Therapy en CGT-i-zodat je weer met vertrouwen gaat slapen.

Wat is een nachtmerrie
Een nachtmerrie is een intense, levensechte droom die sterke emoties oproept, meestal angst, verdriet of paniek, en je vaak plotseling wakker maakt. Dit gebeurt meestal in de REM-slaap, de droomslaap waarin je hersenen actief zijn en je ogen snel bewegen, terwijl je spieren ontspannen blijven. Na een nachtmerrie kun je bezweet zijn, je hart voelbaar sneller voelen kloppen en het droombeeld nog scherp voor je zien. Inhoudelijk draait het vaak om achtervolging, vallen, verlies of machteloosheid, maar het kan net zo goed iets alledaags zijn dat door stress uitvergroot wordt. Een nachtmerrie is anders dan een “slechte droom”: bij een slechte droom word je niet altijd wakker en blijft de emotie vaak minder heftig hangen.
Het verschilt ook van nachtangst (night terror), die meestal in diepe non-REM-slaap voorkomt, vooral bij kinderen, waarbij je mogelijk schreeuwt of rechtop gaat zitten maar de volgende ochtend weinig tot niets herinnert. Triggers zijn onder meer stress, slaaptekort, alcohol, medicijnen, koorts of ingrijpende gebeurtenissen; ook na trauma kan een thema zich herhalen. Af en toe een nachtmerrie is normaal en hoort bij hoe je brein emoties verwerkt. Als het vaak gebeurt, je slaap verstoort of je overdag gespannen houdt, is dat een signaal om er gericht iets mee te doen.
Kenmerken en signalen
Je herkent een nachtmerrie aan een plotselinge ontwaking uit een levendige droom, vaak in de tweede helft van de nacht tijdens de REM-slaap. Je voelt intense emoties zoals angst of paniek, je hart klopt sneller, je kunt zweten of trillen en je herinnert het droombeeld meestal scherp. Inhoud draait vaak om achtervolging, vallen, controleverlies of verlies van iemand, en na het wakker worden heb je vaak moeite om opnieuw in slaap te vallen.
In tegenstelling tot nachtangst ben je direct alert en weet je waar je bent. Signalen dat het vaker speelt zijn terugkerende thema’s, piekeren voor het slapengaan, het vermijden van naar bed gaan, slaperigheid en prikkelbaarheid overdag, en concentratieproblemen. Als nachtmerries meerdere nachten per week optreden en je functioneren raken, vraagt dat om gerichte aanpak.
Verschil met een slechte droom en nachtangst
Onderstaande tabel zet een slechte droom, een nachtmerrie en nachtangst naast elkaar, zodat je snel ziet hoe ze verschillen in slaapfase, herinnering en zichtbare signalen.
| Type | Slaapfase & moment | Wakker worden & herinnering | Waarneembare signalen & troosten |
|---|---|---|---|
| Slechte droom | Meestal REM-slaap; kan op elk moment voorkomen, vaker later in de nacht. | Maakt je niet altijd wakker; bij ontwaken vaak vage of fragmentarische herinnering. | Beperkte lichamelijke reacties; je bent georiënteerd en valt meestal makkelijk weer in slaap; troosten zelden nodig. |
| Nachtmerrie | REM-slaap; vooral in de tweede helft van de nacht wanneer REM langer wordt. | Vaak plots wakker; levendige, gedetailleerde herinnering aan angstige inhoud; volledig georiënteerd. | Snelle hartslag, angst en onrust; reageert op troost en geruststelling; kan inslapen bemoeilijken door spanning. |
| Nachtangst (night terror) | Diepe NREM (N3); meestal in het eerste derde deel van de nacht. | Moeilijk wekbaar en vaak verward; achteraf geen of minimale herinnering aan een droom. | Schreeuwen, rechtop zitten, zweten, hoge hartslag en vergrote pupillen; reageert slecht op troosten tijdens de episode; duurt doorgaans enkele minuten; veiligheid waarborgen is het belangrijkst. |
Kern: nachtmerries zijn REM-dromen die je wakker maken en die je herinnert, nachtangst is een NREM-parasomnie met heftig gedrag en zonder herinnering, terwijl een slechte droom milder is en je vaak slapend blijft.
Een nachtmerrie wekt je vaak abrupt, je bent direct helder en je herinnert de droom levendig, met sterke emoties die nog even blijven hangen. Een slechte droom lijkt erop maar is milder: je wordt niet altijd wakker, de emotie ebt sneller weg en de herinnering is vager. Nachtangst (night terror) is iets anders: het gebeurt meestal in de eerste helft van de nacht tijdens diepe niet-REM-slaap.
Je kunt schreeuwen, zweten, rechtop gaan zitten of rondlopen, maar je bent verward en moeilijk te troosten, en de volgende ochtend weet je er vaak niets van. Bij nachtmerries helpt geruststelling en ontspanning, terwijl bij nachtangst veiligheid en rustig afwachten belangrijker zijn. De timing, helderheid en herinnering maken dus het verschil.
Bij kinderen vs. volwassenen
Als kind heb je vaker nachtmerries, vooral tussen 3 en 7 jaar, wanneer je verbeelding hard groeit en je nog leert emoties te verwerken. Je herinnert de droom vaak helder en zoekt troost; een vaste, veilige bedtijdroutine helpt dan het meest. Nachtangst komt bij kinderen ook meer voor en ziet er heftiger uit, maar wordt meestal niet herinnerd. Als volwassene krijg je nachtmerries vaker door stress, slaaptekort, alcohol, medicatie of ingrijpende ervaringen zoals trauma.
Je wordt meestal alert wakker, kunt blijven piekeren en merkt overdag meer vermoeidheid of prikkelbaarheid. Waar je als kind vooral baat hebt bij geruststelling en regelmaat, helpt het je als volwassene om triggers aan te pakken, je slaaphygiëne te versterken en zo nodig gerichte technieken zoals imagery rehearsal te gebruiken.
[TIP] Tip: Herhaal overdag een veilig einde van je nachtmerrie.

Oorzaken en triggers van nachtmerries
Nachtmerries ontstaan zelden door één oorzaak; meestal is het een mix van biologische, psychologische en omgevingsfactoren. Stress, piekeren, angstklachten en onverwerkte gebeurtenissen of trauma verhogen je kans, zeker als een thema zich in je dromen blijft herhalen. Slaaptekort, onregelmatige bedtijden en jetlag verstoren je REM-slaap, waardoor je droomintensiteit toeneemt en je sneller wakker schrikt. Alcohol en cannabis lijken te helpen bij inslapen, maar geven later in de nacht een REM-rebound met heftigere dromen; hetzelfde kan gebeuren als je abrupt stopt met slaapmiddelen. Sommige medicijnen, zoals bepaalde antidepressiva, bloeddruk- of stoprookmedicatie, en koorts kunnen levendige dromen uitlokken.
Ook fysieke factoren zoals pijn, benauwdheid, brandend maagzuur of reflux, en slaapstoornissen zoals slaapapneu kunnen dreigende droomthema’s voeden. Hitte, geluid, schermlicht of heftig nieuws en horror vlak voor het slapengaan werken als prikkels. Bij kinderen spelen ontwikkeling en verbeelding een grotere rol; bij volwassenen eerder verantwoordelijkheid, stress en middelengebruik. Als nachtmerries blijven terugkomen, houden stress en vermoeidheid de cirkel in stand.
Psychologische factoren: stress, angst en trauma
Stress, angst en trauma zetten je brein in een staat van paraatheid, waardoor je REM-slaap onrustiger wordt en droombeelden sneller dreigend aanvoelen. Bij stress pieker je meer en blijft je stresssysteem actief, wat de kans vergroot dat je emoties in je droom overkoken en je abrupt wakker schrikt. Angstklachten zorgen voor hyperwaakzaamheid: je scant in je slaap als het ware op gevaar, waardoor thema’s als achtervolging of controleverlies vaker terugkomen.
Na een ingrijpende gebeurtenis kunnen nachtmerries herbelevingen bevatten; je brein probeert de lading te verwerken maar blijft hangen in dezelfde heftige scène. Vermijdingsgedrag en spanning rond bedtijd houden de cirkel in stand, omdat je moe en prikkelbaar naar bed gaat. Door stressreductie, emotieregulatie en traumaverwerking daalt de druk op je droomsysteem.
Leefstijl en lichamelijke factoren: slaaptekort, alcohol, medicatie, koorts
Slaaptekort zet je REM-slaap onder druk; je brein compenseert later met een REM-rebound, waardoor dromen intenser en emotioneler worden en je sneller wakker schrikt. Alcohol lijkt je te helpen inslapen, maar versnipperd je slaap, onderdrukt eerst REM en gooit later extra REM-brandstof op het vuur: perfecte voeding voor nachtmerries. Medicatie kan ook meespelen: middelen zoals bepaalde antidepressiva, bloeddrukmedicatie of stoprookmedicatie maken dromen levendiger, en juist stoppen met slaapmiddelen kan een REM-rebound geven.
Koorts verhoogt je lichaamstemperatuur en stofwisseling, waardoor je hersenen onrustiger vuren en droombeelden grilliger en dreigender aanvoelen. Combineer je factoren, zoals laat drinken na een korte nacht, dan stapelen de effecten zich op. Door regelmaat, matiging en bewuste timing verklein je de kans dat deze triggers je slaap overnemen.
Slaapomgeving en routines rond bedtijd
Je slaapkamer bepaalt in hoge mate hoe je droomt. Fel of knipperend licht, geluiden van buiten, een te warme of te koude kamer en een benauwd matras zorgen voor onrustige slaap en vaker wakker worden tijdens REM, precies het moment waarop nachtmerries het snelst toeslaan. Schermen vlak voor het slapengaan geven blauw licht en prikkelen je brein met snelle, emotionele content; horror, true crime of stressvol nieuws leveren direct voer voor dreigende droombeelden.
Rommel, werkspullen en notificaties houden je mentaal “aan”. Een vaste wind-down helpt: lichten dimmen, telefoon weg, kort ontprikkelen met ademhaling of lezen, en elke dag rond hetzelfde tijdstip naar bed. Zo daalt je arousal, wordt je REM stabieler en krijgen nachtmerries minder kans om te escaleren.
[TIP] Tip: Beperk cafeïne en alcohol ‘s avonds; kies voor een vaste bedtijd.

Gevolgen en wanneer je je zorgen maakt
Nachtmerries verstoren je slaapstructuur: je wordt vaker wakker uit REM-slaap, waardoor je minder diep en minder herstellend slaapt. Overdag merk je dat aan vermoeidheid, prikkelbaarheid, minder concentratie en geheugen, en een korter lontje in werk of studie. Vaak ontstaat ook anticipatieangst: je ziet op tegen naar bed gaan, stelt bedtijd uit of slaapt onrustig in, wat slapeloosheid kan versterken. Sommige mensen gaan middelen gebruiken om te kunnen slapen, wat het probleem op termijn vergroot. Je maakt je vooral terecht zorgen als nachtmerries wekelijks of vaker voorkomen, je functioneren of relaties merkbaar onder druk zetten, of thema’s zich blijven herhalen rond ingrijpende gebeurtenissen.
Wordt de angst voor slaap dominant, pieker je veel, of merk je somberheid en verlies aan plezier, dan is dat een extra signaal. Bij een nachtmerriestoornis zijn de dromen frequent, zeer belastend en niet goed te verklaren door middelen of een andere slaapstoornis. Blijven klachten wekenlang aanhouden, dan is gerichte aanpak en professionele hulp verstandig.
Impact op je slaapkwaliteit, energie en stemming overdag
Nachtmerries maken je slaap gefragmenteerd: je schrikt uit REM-slaap wakker, valt moeilijker opnieuw in slaap en mist diepe, herstellende slaap. Daardoor start je dag met een slaapdronken gevoel, minder energie en een lagere pijngrens. Je concentratie hapert, je geheugen is minder scherp en je maakt sneller fouten, wat werk, studie en veiligheid (bijvoorbeeld in het verkeer) beïnvloedt. Emotioneel merk je meer prikkelbaarheid, ongeduld en piekergedachten die blijven hangen uit de droom, waardoor je stressniveau hoog blijft.
Dat vergroot weer de kans op nieuwe nachtmerries en kan een vicieuze cirkel met slapeloosheid creëren. Je motivatie zakt, sociale activiteiten kosten meer moeite en je ervaart minder plezier. Door deze combinatie voelt de dag zwaarder en de nacht spannender, waardoor herstel steeds lastiger wordt.
Wanneer wordt het een nachtmerriestoornis: alarmsignalen
Een nachtmerrie op zijn tijd is normaal, maar het wordt een probleem als ze vaak terugkomen en je dagelijks leven gaan bepalen. Let op de volgende alarmsignalen die kunnen wijzen op een nachtmerriestoornis.
- Frequentie en duur: nachtmerries treden wekelijks of vaker op, houden maanden aan, en keren vaak terug met dezelfde thema’s (bijv. trauma-herbelevingen); je wordt angstig of in paniek wakker en de beelden blijven levendig hangen.
- Beperkingen en vermijding: hardnekkige slaapangst, bedtijd uitstellen of slapen vermijden; toenemend gebruik van alcohol of slaapmedicatie; overdag vermoeidheid en concentratieproblemen met merkbare impact op werk, studie of relaties-waardoor een vicieuze cirkel ontstaat.
- Stemming en bijkomende klachten: somberheid, prikkelbaarheid en aanhoudend piekeren; klachten die niet beter verklaard worden door medicatie, middelengebruik of een andere slaapstoornis.
Herken je meerdere signalen en houden ze aan, bespreek dit dan met je huisarts, psycholoog of een slaapexpert. Heb je gedachten aan zelfbeschadiging of suïcide, zoek direct hulp: bel 113 (NL) of 1813 (BE), of 112 bij acuut gevaar.
[TIP] Tip: Maak je zorgen bij frequente nachtmerries met dagklachten; bel de huisarts.

Praktische oplossingen en behandelingen
Begin bij wat je direct kunt doen: kalmeer je lichaam met rustige buikademhaling, oriënteer je op de kamer, zet eventueel zacht licht aan en herinner jezelf eraan dat het een droom was. Schrijf kort op wat je droomde en hoe je je wilt voelen, zodat je brein een ander spoor krijgt. Overdag leg je de basis: een vaste slaaproutine, op vaste tijden opstaan, lichten dimmen en schermen uit in het laatste uur, cafeïne na de middag en alcohol laat op de avond vermijden, en dagelijks beweging voor betere, stabielere REM-slaap. Gerichte technieken helpen om de cirkel te doorbreken. Met Imagery Rehearsal Therapy herschrijf je het nachtmerrieverhaal naar een veiligere variant en oefen je dat overdag, waardoor het dreigende script aan kracht verliest.
Bij slapeloosheid werkt cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i) met onder meer stimuluscontrole, slaaprestrictie en gedachtenherstel. Ontspanning en mindfulness verlagen je arousalniveau. Speelt trauma mee, kies dan voor traumagerichte behandeling zoals EMDR of CGT; bespreek medicijnen en bijwerkingen met je arts als je dromen levendiger zijn geworden. Soms liggen fysieke prikkels zoals apneu of reflux aan de basis en helpt gerichte zorg. Door consistente gewoontes te combineren met bewezen technieken pak je de regie terug over je nachten.
Wat je direct kunt doen na een nachtmerrie
Word je angstig wakker, richt je eerst op je lichaam: adem rustig in door je neus, iets langer uit dan in, en voel hoe je hartslag zakt. Kijk rond in de kamer, noem in gedachten een paar dingen die je ziet of hoort en voel het bed onder je; zo herinner je je brein dat je veilig bent. Zet indien nodig een zacht licht aan, drink een slok water en ontspan bewust je kaken, schouders en handen.
Zeg tegen jezelf dat het een droom was en geef het verhaal een andere wending: zie een veilig einde of een helpend personage. Schrijf kort één zin op over hoe je je straks wilt voelen en draai je dan weer rustig om om verder te slapen.
Preventie met betere slaaphygiëne en stressreductie
Goede slaaphygiëne verkleint de kans op nachtmerries door je REM-slaap stabieler te maken. Houd vaste tijden, bouw een rustige avondroutine op (lichten dimmen, schermen uit, warme douche, lezen), en pak daglicht in de ochtend. Beperk cafeïne na de middag en alcohol later op de avond. Beweeg dagelijks, maar niet intens in het laatste uur. Maak je slaapkamer koel, donker en stil, en verwijder werkspullen.
Doseer prikkels: skip horror en heftig nieuws vlak voor bed. Zet een korte piekersessie eerder op de avond, zodat je hoofd niet in bed gaat malen. Ontspan bewust met ademhaling, progressieve spierontspanning of mindfulness. Sluit af met een positieve dagafsluiting of een korte imagery-oefening waarin je een veilig, gewenst droomscript voorstelt; zo stuur je je brein kalm de nacht in.
Behandeling en wanneer je hulp zoekt (IRT, CGT-I)
Als nachtmerries je slaap of dagelijks leven blijven ontregelen, kun je veel hebben aan gerichte behandeling. Met Imagery Rehearsal Therapy (IRT) schrijf je de nachtmerrie bewust om naar een veiliger einde en oefen je dat nieuwe script overdag, zodat je brein ‘s nachts minder snel het oude dreigende spoor volgt. Cognitieve gedragstherapie voor insomnia (CGT-i) pakt slapeloosheid aan met vaste bedtijden, stimuluscontrole en slaaprestrictie, waardoor je slaapdruk herstelt en je minder kwetsbaar bent voor nachtmerries.
Speelt trauma mee, dan kan traumagerichte therapie zoals EMDR helpen. Zoek hulp als nachtmerries wekelijks of vaker terugkomen, je vermijdt te gaan slapen, je overdag uitgeput of angstig bent, of als je somber wordt. Start bij je huisarts of een psycholoog die ervaring heeft met slaap en dromen.
Veelgestelde vragen over nachtmerie
Wat is het belangrijkste om te weten over nachtmerie?
Een nachtmerie is een intense enge droom waarbij je angstig ontwaakt en details herinnert. Triggers zijn stress, trauma, slaaptekort, alcohol, medicatie of koorts. Verschilt van nachtangst: minder herinnering, vaker bij kinderen. Komt bij beiden voor.
Hoe begin je het beste met nachtmerie?
Start met kalmeren: langzaam ademen, licht aan, opschrijven wat je droomde. Houd een slaapdagboek, beperk alcohol/cafeïne, vaste bedtijden, schermen uit, ontspanningsoefeningen. Bij terugkerende of heftige klachten: bespreek IRT/CGT-I met je huisarts.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij nachtmerie?
Veel gemaakte fouten: alcohol gebruiken om te slapen, laat schermgebruik, onregelmatige tijden, blijven piekeren in bed, nachterrors verwarren met nachtmerie, triggers negeren, geen hulp zoeken. Beter: slaaphygiëne, stressreductie, dagboek, geleidelijk ontsensitiseren via IRT.
